Spugen en reflux 

Je maakt je zorgen over reflux of het spugen van je baby. Het lijkt soms dat je baby een hele voeding terug geeft. Of soms zie je dat je baby de voeding die omhoog komt weer wegslikt zonder dat het uitgespuugd wordt. Je wilt weten waarom je baby huilt of onrustig is. We informeren je graag over wat normaal is en wanneer het goed is om hulp te zoeken. 

Wat is reflux?  

Bij reflux komt (een deel van de) voeding uit de maag omhoog naar de slokdarm en soms naar de mond. Reflux is heel gewoon. Bij ongeveer de helft van de baby’s jonger dan drie maanden gebeurt het iedere dag. Ze hebben er weinig last van en het gaat vanzelf over. Soms heeft een baby wel veel last van reflux. Dan noemen we het refluxziekte. 

Reflux  

Voeding gaat van de mond naar de slokdarm en dan naar de maag. Tussen de slokdarm en de maag zit een sluitspier. Die zorgt ervoor dat de voeding in de maag blijft. Bij baby’s is deze sluitspier nog niet helemaal ontwikkeld. De voeding kan dus makkelijk terug richting de mond. Dat noem je reflux. Dit is dus heel gewoon bij baby’s. Ze hebben er meestal geen last van. De melk die je baby drinkt (moedermelk of kunstvoeding) remt het zuur in de maag. Tot een uur na de voeding zorgt de melk ervoor dat de maaginhoud niet zuur is. Dus de voeding die binnen een uur na de voeding omhoog komt, is niet zuur. In de loop van het eerste jaar ontwikkelt de sluitspier zich verder. Ook wordt de houding van de baby steeds meer rechtop. Daardoor verdwijnt de reflux vanzelf rond de twaalf tot veertien maanden. Behandeling is niet nodig. 

Reflux zonder dat je baby spuugt 

Reflux komt ook voor zonder dat je baby spuugt. Dit wordt soms (onterecht) ‘verborgen reflux’ genoemd. De voeding komt bijvoorbeeld tot in de keel en zakt dan weer terug naar beneden. Als je baby er geen last van heeft, is behandeling niet nodig. 

Refluxziekte  

Refluxziekte is een vorm van reflux waar je baby wél veel last van heeft. Bijvoorbeeld omdat de voeding die omhoog komt wél zuur is. Het zuur in de slokdarm kan pijnlijk zijn. Denk je dat je baby refluxziekte heeft? Neem dan contact op met de jeugdgezondheidszorg of de huisarts. 

Heeft mijn baby refluxziekte?  

Reflux en refluxziekte liggen dicht bij elkaar. Soms heeft een baby een klein beetje last van reflux, soms wat meer en soms heel veel. Bovendien: iedere baby is anders. Je kunt denken aan refluxziekte als je baby:  

• Pijn heeft: je baby huilt veel, krijst en zijn gezichtje vertrekt van de pijn.  
• Vaak niet wil drinken.  
• Niet goed groeit. 

Wanneer kan een baby (extra) last krijgen van reflux?  

• Bij plat op de rug liggen.  
• Als je baby veel lucht binnenkrijgt bij het drinken of plat ligt tijdens de voeding.  
• Als je te druk met je baby omgaat vlak na een voeding; de melk die dan terugkomt is niet zuur. Melk (moedermelk of kunstvoeding) zorgt voor verlagen van de zuurgraad in de maag.  
• Als je baby teveel melk in één keer binnenkrijgt. Door bijvoorbeeld te snel een te grote portie te drinken. Reflux komt veel voor. Even vaak bij kinderen die borstvoeding krijgen als bij kinderen die kunstvoeding krijgen. Refluxziekte komt vaker voor bij baby’s die vroeg geboren zijn. 

Wat kun je zelf doen? 

Borstvoeding  

• Een goede houding en aanlegtechniek zorgen ervoor dat je baby aan de borst geen lucht binnenkrijgt tijdens het drinken.  
• Bij een snelle melkstroom kan je baby zich verslikken en lucht happen. Kijk voor meer informatie over teveel melk. Hier vind je ook informatie over een sterke toeschietreflex.  
• Je baby hapt ook lucht mee als hij meerdere keren aanhapt en loslaat. Lukt het niet om dit te verbeteren? Neem contact op met de Jeugdgezondheidszorg om een verpleegkundige mee te laten kijken bij een voeding.  
• Bespreek je zorgen en stel je vragen bij de Jeugdgezondheidszorg.  

Kunstvoeding 

• Geef vaak voeding in kleine(re) porties. Op de verpakking van de kunstvoeding staat het aantal voedingen. Dit is gebaseerd op het gewicht van de baby. Als je een wat zwaardere baby hebt, kun je volgens de verpakking meer voeding per keer geven. En minder vaak per dag. Maar de maag van je baby is nog klein. Er komt dan veel spanning op het maagje te staan. Het maagje loopt makkelijker ‘over’. Het is normaal als baby’s minimaal acht voedingen per dag krijgen. Voed je baby als hij onrustig wordt en wacht niet tot hij huilt. 
• Laat de voeding minimaal 20-30 minuten duren. Je baby voelt pas na ongeveer 20 minuten dat hij genoeg heeft gedronken. Als je baby zijn voeding sneller op heeft, zal hij meestal meer willen. Terwijl zijn maag al vol zit.  
• Verder helpt langzaam en ontspannen zuigen om te ontspannen. Dit zorgt ervoor dat de voeding makkelijker en beter verteert. Door het zuigen, komen er meer maagsappen vrij.  
• Houd je baby recht(er)op tijdens de voeding. Laat je baby bepalen hoe snel of langzaam hij wil drinken en of hij alles wil opdrinken. Laat je baby even pauzeren tussendoor. Dit kan door de speen in de mond te laten en de fles naar onder te kantelen. Kijk goed naar stresssignalen van je baby (fronsen, gebalde vuisten, wringen in de arm, melk langs het mondje, etc.). Kijk hier voor meer informatie over hoe je de fles kunt geven.  
• Maak de voeding goed klaar: roer het melkpoeder door het water of beweeg de fles langzaam heen en weer. Als je de fles schudt, vormen zich veel luchtbelletjes in de voeding waar je baby last van kan krijgen.  
• Neem een speen met een klein gaatje. Je baby kan de melkstroom dan beter bijhouden. 
• Bespreek je zorgen en stel je vragen bij de Jeugdgezondheidszorg. 

Na het voeden  

• Als je je baby neerlegt, heeft je baby vaak meer last van de reflux. Een baby-draagdoek of -draagzak kan een handig hulpmiddel zijn. Zo heb je je handen wat meer vrij.  
• Laat je baby boeren na de voeding of tussendoor. Door de vorm van de maag werkt dat het beste als je je baby tegen je rechterschouder houdt. 

Wanneer moet ik naar de jeugdarts?  

Als je je zorgen maakt, is het altijd goed om naar een arts te gaan. Ga zeker naar de jeugdarts als je baby last heeft van reflux en:  

• Als de adviezen over voeding en houding niet goed helpen.  
• Als je twijfelt of het wel reflux is, of gewoon als je ongerust bent.  
• Als je kindje weigert te drinken, niet goed groeit of afvalt. Neem contact op met de Jeugdgezondheidszorg. De jeugdarts onderzoekt je baby en vertelt wat je kunt doen. De jeugdarts kan je ook verwijzen naar een specialist. 

Contact en meer informatie

Voor contact met Jeugdgezondheidszorg van GGD Hollands Noorden bel je 088 01 00 550 (maandag tot en met vrijdag van 8.30-16.30 uur) of mail je naar: ondersteuningjgz@ggdhn.nl

In de gratis GroeiGids app vind je betrouwbare informatie over de ontwikkeling, gezondheid en het  opvoeden van kinderen van -9 maanden tot 18 jaar. Of stel je vraag in de GroeiGids chat (voor kinderen tot 12 jaar). Hiermee kun je eenvoudig en anoniem chatten met een jeugdverpleegkundige. Jongeren vanaf 12 jaar kunnen voor meer informatie terecht op JouwGGD.nl