Afname bloed en lichaamsmateriaal
Als iemand wordt aangehouden voor rijden onder invloed, dan wordt de forensisch arts soms gevraagd om bloed af te nemen. Tijdens een forensisch medisch onderzoek na een zedenmisdrijf wordt door de forensische arts lichaamsmateriaal afgenomen voor verder DNA-onderzoek.
Afname bloed
Als iemand wordt aangehouden voor rijden onder invloed van alcohol of drugs, dan wordt de forensisch arts soms gevraagd om bloed af te nemen. Op deze manier kan er bepaald worden hoeveel alcohol, drugs of medicijnen er in het bloed zitten. Ook bij geweldplegers kan bloed worden afgenomen om te onderzoeken of er alcohol of drugs in het spel waren ten tijde van het incident.
Afname lichaamsmateriaal
Vaak wordt DNA-onderzoek gedaan bij slachtoffers en verdachten, bij zeden- en/of andere geweldsmisdrijven. Tijdens een forensisch medisch onderzoek na een zedenmisdrijf wordt door de forensische arts lichaamsmateriaal afgenomen voor verder DNA-onderzoek. Ook wordt referentie-onderzoek gedaan om het DNA-patroon van een slachtoffer of verdachte vast te stellen. Hiervoor zijn drie manieren om lichaamsmateriaal in het kader van referentie DNA-onderzoek af te nemen: wangslijmvlies, bloed en haarwortel. Afhankelijk van de situatie wordt in dit geval DNA afgenomen door politie of door de forensisch arts.
Doet iemand aangifte van een zedenmisdrijf bij de politie? Of meldt iemand zich via bij het Centrum Seksueel Geweld (CSG)? Dan wordt met de betrokkene het belang van forensisch medisch onderzoek besproken. Als de betrokkene aangifte doet en instemt met een forensisch medisch onderzoek, dan doet de forensisch arts dit zo snel mogelijk, samen met de forensische opsporing van de politie. Tijdens dit forensisch medisch onderzoek worden lichaamsbemonsteringen gedaan, zodat gekeken kan worden of sporen van een eventuele dader kunnen worden veilig gesteld.